“Na pensioen werkte ik door als gastheer in het ziekenhuis”

door | jun 27, 2018 | Doorwerkverhalen | 0 Reacties

Bijna niemand gaat naar het ziekenhuis omdat hij of zij het leuk vindt. Toch zorgen de gastheren en -vrouwen voor een warm welkom. Zelf zie ik ze ook altijd staan, vaak dragen ze herkenbare kleding met daarbij een naambordje, maar ik heb ze nooit echt nodig. Daarom weet ik ook niet echt wat een gastheer of -vrouw in het ziekenhuis doet. Theo wilde mij daar graag alles over vertellen. Hij is zelf 10 jaar gastheer geweest in een ziekenhuis in Rotterdam.

Theo is 71 jaar en heeft altijd als registeraccountant gewerkt, waarvan de laatste 23 jaar bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Een groot gedeelte van zijn werkzaamheden bestond uit het schrijven van rapporten waaronder aan het einde van het jaar het rapport van het hele ministerie. Wanneer je van schrijven en administratie houdt, zoals Theo, is dat natuurlijk erg leuk om te doen.

Pensioen geen zwart gat, invulling komt vanzelf

In 2007 ging Theo met pensioen. “Dit was willen en moeten”, zoals hij het zelf zegt. In die jaren speelde namelijk het afslanken van de overheid al heel erg: er moesten minder ambtenaren komen en daarom was er een afvloeiingsregeling. Theo en zijn leidinggevende kwamen daar ook voor in aanmerking en waren toen beiden 56. “Daar hadden we nog geen trek in en daarbij zei de grote baas: voor jullie geldt dat niet”. Een aantal jaar later speelde de parlementaire enquête over de Betuwelijn en de HSL. Hoewel er geen fout ontdekt werd bij de accountants werd de top van de accountantsdienst vervangen. Dit betekende ook voor Theo dat hij weg moest. Hij was nog net geen 60 toen hij in april 2007 gestopt is met werken. “Dan denk je wat nu?” Theo had gedurende dit proces contact met een mediator. Die gaf het advies: laat het maar gebeuren, het komt vanzelf.

Een goede gastheer of gastvrouw vorm je zelf

Dat klopte zeker, niet lang erna las hij een interview in de krant van de vrijwilligerscoördinator van het Rotterdamse ziekenhuis. Hij trok de stoute schoenen aan en in augustus kon hij aan de slag. Zo werkte hij elke maandagmiddag van 13.00 tot 17.00 uur als gastheer. Er werd maar heel globaal verteld wat de functie inhield. Daardoor kwam het neer op: ga maar zitten en vul het zelf maar in. Dit was eigenlijk ook het leukste. Het profiel van een gastheer/gastvrouw is volgens Theo het opvangen van mensen, het halen en brengen van patiënten en vervoer regelen. Maar het allerbelangrijkste is volgens hem een luisterend oor bieden. Om dit zo goed mogelijk te doen moest Theo hier een cursus voor volgen. Mensen hebben vaak behoefte aan een gesprek en het is daarom ook erg belangrijk dat zij hun verhaal kwijt kunnen. Je kende na verloop van tijd ook mensen, wist wat ze mankeerde en maakt een heel proces met hen mee. Dat schept een band, vertelt Theo.

“Hé Theo, op z’n plat Rotterdams, klonk regelmatig door het ziekenhuis”

Gastheren en gastvrouwen zijn van grote waarde

Hoe belangrijk dit werk is en hoezeer het gewaardeerd wordt door patiënten komt sterk naar voren als ik Theo vraag naar een aantal mooie anekdotes. Zo was er een man die nauwelijks kon praten. Theo bracht hem weg en opeens zegt hij: ‘stelletje klootzakken’, waarop snel volgt: ‘maar dit geldt niet voor jou’. Ook spreken de vele snoepjes en chocoladerepen die hij en zijn collega’s kregen van patiënten voor zich. Regelmatig klonk er op zijn plat Rotterdams ‘Hé Theo’ door de hal. Het totaalbeeld is dan ook dat Theo het altijd erg leuk heeft gevonden. Hij kan dan ook niet echt een vervelende kant van het gastheerschap benoemen.

“Werken is zo leuk, dat ik het stiekem heel erg mis.”

Toch is Theo in oktober 2017 gestopt. De reden hiervoor is de thuissituatie. Hij is nu 100% mantelzorger. Dit betekent gelukkig niet dat hij de hele dag aan het boenen en soppen is of achter zijn vrouw aanloopt. Het mantelzorgen gaat als vanzelf en er gaat best wat tijd in zitten. Gelukkig heeft hij daarnaast nog tijd voor zijn hobby’s tuinieren en fietsen. “Het is goed dat ik gestopt ben, dat voel ik”. Toch mist hij het werk heel erg. Met name het contact met de collega’s en patiënten. Daarom gaat hij nog regelmatig bij het ziekenhuis langs.

Door Lianne van der Stoep