“De gezondheidszorg is iets wat mij altijd geïnteresseerd heeft en dus ook altijd heeft beziggehouden. Zelfs nu nog, na mijn pensionering in 2013.” Aan het woord is Nijmegenaar Andries Hoitsma (69) die is gaan doorwerken in de gezondheidszorg. Een korte blik in zijn cv maakt die belangstelling ook duidelijk. Na de in 1966 afgeronde HBS-B volgde de studie Geneeskunde in Groningen. In 1973 behaalde Andries daar zijn artsendiploma. Na een onderbreking om het vaderland te dienen volgden onder meer de opleiding inwendige geneeskunde in Eindhoven en in Nijmegen. Eind 1979 volgde zijn registratie als internist.
Aan het werk in de gezondheidszorg
“Na dit studiegeweld werd het ook wel tijd om ‘echt’ aan het werk te gaan. Ik werd op 1 december 1979 ‘chef de clinique’ van de Kliniek voor Inwendige Ziekten bij het St. Radboud UMC in Nijmegen. Daar hielden we ons bezig met onderzoek en behandeling van klachten en aandoeningen van de inwendige organen en orgaansystemen zoals hart en vaten, longen, nieren en darmen. Dit heb ik gedaan tot 1 maart 1981. Daarna volgde ik tot 1 maart 1983 de opleiding tot nefroloog in het St. Radboud UMC. En even ter verduidelijking, een nefroloog houdt zich bezig met nieraandoeningen. Mijn voornaamste werkzaamheden binnen de afdeling Nefrologie waren de zorg voor niertransplantatiepatiënten. De laatste 15 jaar, tot aan mijn pensionering, was ik verantwoordelijk voor het niertransplantatieprogramma van het St. Radboud UMC.”
Het cv van Andries is op een aantal punten nogal indrukwekkend. Kijk maar even mee: vanaf 1-2-2006 hoogleraar Orgaantransplantatie en –donatie, in 2010 Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en in 2013 Erelid van de Nederlandse Transplantatie Vereniging en van de Nederlandse Federatie voor Nefrologie.
“Gezondheidszorg blijft mij bezighouden”
Niet meteen helemaal stoppen, maar doorwerken in de gezondheidszorg
Zijn pensioendatum betekende zeker niet het einde van Andries’ belangstelling voor de zorg. Hij werd aangesteld als medisch adviseur bij de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) in Leiden. De NTS is een semioverheidsinstelling die onder andere zorgt voor de verdeling van de beschikbare organen voor transplantatie in Nederland. Zo kon hij toch nog doorwerken in de gezondheidszorg.
Andries legt uit: “Van belang is dat die verdeling op een eerlijke manier en volgens de huidige wetgeving wordt uitgevoerd. Daarbij komen veel medische aspecten aan bod. Mijn rol is deze vragen zo goed mogelijk te beantwoorden en het beleid van de NTS zo goed mogelijk medisch te ondersteunen. Een ander belangrijke taak van de NTS is het bewaken van de resultaten van transplantaties. Dit doet de NTS door regelmatig analyses te verrichten van de overlevingskansen van de verschillende vormen van transplantatie. De ondersteuning van onderzoek naar de resultaten is een ander belangrijk deel van mijn werk bij de NTS. Hiervoor ga ik een dag in de week van Nijmegen naar Leiden. Verder probeer ik vragen en problemen zoveel mogelijk van achter de computer op te lossen.”
“Ooit ga ik met pensioen”
Expertise inzetten voor ontwikkeling
“Na mijn pensionering was het erg fijn dat ik deze functie aangeboden heb gekregen. De expertise die ik al die jaren had opgebouwd op het gebied van transplantatie kon ik daarbij nog nuttig gebruiken. Ook vond ik het wel prettig om na een heel druk beroepsleven niet ineens helemaal niks meer te doen.
Recent is de NTS nog betrokken bij een Europese subsidie om een Europese database op te zetten met vervolggegevens over mensen die bij leven een nier hebben afgestaan. Niertransplantatie bij leven wordt in Nederland vaak uitgevoerd. Meer dan de helft van alle niertransplantaties in Nederland is met een nier van een levende donor. Met deze subsidie gaan we op Europees niveau onderzoeken of er op termijn veranderingen optreden bij de donoren. Dit is voor mij een heel boeiend onderzoek met een sterk organisatorische kant. De subsidie duurt tot 1 januari 2020 en ik hoop deze Europese subsidie, uiteraard samen met een aantal medewerkers van de NTS, nog tot een goed einde te kunnen brengen. Daarna zal ik wel met pensioen moeten gaan… Maar dat vinden mijn vrouw, kinderen en kleinkinderen dan wel prettig.”
Door Hans Roemer, 69 jaar
Meer feiten en cijfers over doorwerken na pensioen: